Media item

Interview met Mevr. A. van Beek

Interview met Mevr. A. van Beek in het kader van het project 'Volkstuinen in Utrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog'. Het doel van dit project was om te achterhalen of volkstuinen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Utrecht aan de voedselvoorziening hebben bijgedragen. Voor meer informatie over het project zie: www.voice-utrecht.nl/

Meer

Mevrouw Van Beek werd op 12 januari 1929 geboren in Utrecht. Haar ouders zijn Dhr. P. van Beek en mevr. B. van Zelst, beide in 1889 geboren. Haar vader was een schrijnwerker (meubelmaker) en haar moeder huisvrouw. Ze zijn in 1926 naar een bovenhuis aan de Lange Jufferstraat verhuisd (wat nu is afgebroken) en mevrouw van Beek is daar geboren.
In haar jeugd is ze naar school geweest en na de MULO is ze bij de spoorwegen gaan werken. In deeltijd is ze een studie maatschappelijk werk gaan volgen en kon dit beroep gaan uitoefenen bij de spoorwegen.

Het is voor onduidelijk hoe haar vader precies aan de tuin kwam. Volgens haar zus had haar vader de tuin al voor de Tweede Wereldoorlog en werd deze gepacht bij een boer. De tuin lag gelegen bij de Kardinaal de Jong weg en de Ezelsdijk/Gageldijk. Over de grootte van de tuin kan ze geen concrete uitspraken doen.
Er werd voornamelijk groente en aardappelen verbouwd. Het zaaigoed werd gekocht en soms werd er van de bonen zelf wat achtergehouden om weer te planten. Pootaardappelen werden waarschijnlijk bij de groenteboer gekocht.

De tuin is niet tot het einde van de oorlog gebruikt. Zelf denkt mevrouw dat dit te maken had met de arbeidseinsatz en het gebrek aan zaaigoed.
In de Hongerwinter werd er nog wel eens een suikerbiet met zoute snijbonen gegeten. Deze zoute bonen kwamen (indien ze van de volkstuin kwamen) uit de eerste jaren van de oorlog. Ze kwamen op een aantal manieren aan voedsel. Dit waren a) de voedselbonnen waarbij ze lang in de rij moesten staan bij de winkels en je regelmatig misgreep omdat de voorraad op was. B) de zwarte markt, C) soms wat ruilhandel met de boeren omdat zij weinig suiker gebruikte en suikerbonnen erg geliefd waren.
Er werd gegeten wat er voor handen was, soms had de visboer om de hoek mosselen en dan aten ze mosselen. Moeder heeft enkele keren een klein brood gekocht waar dan 25 gulden voor betaald werd.
Haar zus is nog wel één keer op hongertocht geweest naar Slagharen om een zak aardappelen te halen. Tijdens de terugweg zakte ze door haar fiets en moest ze de aardappelen bij een boer laten staan. Bij thuiskomst waren haar voeten kapot en nadat deze waren genezen werden de aardappelen met een bolderkar alsnog opgehaald. Een aantal weken voor de bevrijding waren er, volgens mevrouw Van Beek, ook droppingen met wit brood en voedselpakketten.
De bevrijding kwam in Utrecht op een zaterdag maar de avond ervoor waren er al veel geruchten maar ook nog geweervuur. Snel na deze zaterdag (en misschien al op deze zaterdag) ging mevrouw van Beek met haar zus in een rood/wit/blauwe trui naar de Amsterdamsestraatweg.

De volkstuin heeft in het geval van Mevrouw Van Beek weinig betekend in de laatste jaren van de oorlog met betrekking tot het vergaren van voedsel. Na de bevrijding is er geen gebruik meer gemaakt van de volkstuin.

Creator:
Vereniging Ontsluiting (Inter)nationaal Cultureel Erfgoed
Publication date:
2 ліпеня 2010
Length:
17:39

Meer

Contributions:
Dhr. G. van den Berg (interviewer)
Dhr. H.J. Vinke (camera)
Type:
video
Original format:
 
User:
Vereniging Ontsluiting (Inter)nationaal Cultureel Erfgoed
Tags: